Hoeveel slachtoffers zijn er gevallen door de inzet van kanonnen, waar mijn vader bij was betrokken?
In blog 98 vroeg ik mij af of ik bij de onderzoeker Azarja Harmanny, hij onderzoekt de inzet van zwaar materieel door Nederland in de Onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië, door moest vragen naar de gevolgen van de inzet van kanonnen (onder kopje Onderzoekers en tips).
Ik formuleerde mijn vraag een dag na het plaatsen van de blog zo: is er enig zicht op het aantal slachtoffers die door de beschietingen waar mijn vader bij betrokken was zijn veroorzaakt? Of is er anders iets te zeggen over het gevolg van de inzet van kanonnen op kampongs?
Ik citeer uit het antwoord:
‘Eigenlijk is dit de vraag waar mijn onderzoek om draait. Het korte antwoord is dat het niet mogelijk is te zeggen hoeveel slachtoffers de artilleriebeschietingen hebben gemaakt.
Een aantal historici vóór mij hebben gesuggereerd dat dat aantal waarschijnlijk hoger is dan die door andere vormen van geweld zijn veroorzaakt, maar daar stel ik de nodige vraagtekens bij.
Het is niet te bewijzen dat dat zo is, en door de infanterie werden ook zeer veel slachtoffers gemaakt.
Maar het doel van mijn onderzoek is ook niet om de rol of de impact van de artillerie te relativeren: het was enerzijds een heel belangrijk middel voor Nederland om met de heersende troepen schaarste toch militair staande te blijven te midden van een vijandelijke overmacht, en anderzijds een grof middel dat ook veel ellende zal hebben veroorzaakt onder de tegenstander en de bevolking, vooral wanneer er inderdaad op kampongs werd gevuurd waarin de TNI zich ophield.
Maar te stellen dat bij artilleriebeschietingen per definitie burgerslachtoffers vielen doet geen recht aan de feiten: heel vaak werd er ook op tegenstanders in het veld gevuurd, of werden er een paar granaten afgevuurd om vijandelijke militairen af te schrikken, vuur tot zwijgen te brengen of de tegenstander bepaald terrein te ontzeggen. De effecten waren kortom nogal situationeel afhankelijk.
In een recent artikel in de BMGN leg ik het een en ander nog wat nader uit’ (klik op Pdf).
Een zeer interessant artikel. Heb het met grote belangstelling gelezen. Het maakt inzichtelijk hoe complex het allemaal is.
Het feit dat er bij deze materie vraagtekens geplaatst worden en onderzoek gedaan wordt is heel goed. Een feitelijk perspectief op dit soort vragen zou mijn vader en zijn collega’s goed gedaan hebben. Belangrijke informatie die degenen die met deze mannen te maken hebben goed zal doen.
Waarvan acte!
Lange lap: maand juli in z’n geheel
Blog 100(!) bestond uit de hele maand juni 1949. Ik zet de hele maand juli 1949 in blog 101. Dat wordt een lange lap.
Meerdere jongens maken een fotoalbum
Heb gister niet geschreven, het was een drukke, goede dag. Ben de hele dag bezig geweest met het uitsnijden van leer voor de fotoalbums, zie ook blog 100 onder kopje Meerdere jongens willen leer bewerken.
Gisteravond de jongens op streek geholpen met het uitsnijden van de albumbladen. Ik geloof wel dat ze de smaak te pakken hebben. Sommigen zijn al bezig met het inplakken van de bladen Ik heb er heel wat werk aan schat maar ook de voldoening dat ik nog iets kan doen voor het algemeen belang. De jongens schieten mooi op, sommigen maken keurig werk in het leer. Sommigen vragen om een voorbeeld, heb wat monogrammen zitten tekenen, valt niet mee hoor.
Misschien verpats ik mijn eerste album en maak dan een nieuwe.
Ik kan mij weer een beetje in het burgerleven verplaatsen
Heb van der Heide geschreven en hem gevraagd de mogelijkheid voor ons open te houden zolang hij in de tussentijd geen geschikte deelgenoot en mogelijke opvolger heeft gevonden voor zijn schilderszaak. Zie blog 100.
Heb hem gevraagd naar de verhouding tussen Vrijzinnigen en Hervormden en ons standpunt duidelijk gemaakt, daaraan valt niet te tornen. Hij weet al dat ik uit Raard kom want hij had mijn vader en een jongere broer bij een vergadering getroffen. Wat denk je Nan, moet ik vader er nu al over schrijven?
Ik weet dat hij er nog op vlast dat ik hem kom helpen. Ik schreef hem al eerder dat dat niet onze bedoeling is en dat hij daar niet meer op moet rekenen. Ik begrijp de oude baas heel goed hoor en neem hem niks kwalijk. Het enige waar ik op vlas is voorlopig een gedeelte van het huis zolang er voor ons geen andere woongelegenheid is. Zal ik hem daar eens over schrijven?
Vaste plannen kunnen we nog niet maken maar het is toch fijn zo. Ik kan mij weer een beetje verplaatsen in de burgermaatschappij en krijg weer wat inzicht in het geheel. Weer een klein kansje op onze toekomst Nan.
Dagelijkse sleur, de man de werkezel en de vrouw het huissloofje? Iedere dag opnieuw beginnen
Juist Jank, een doel om samen voor te werken moet heerlijk zijn. Ik heb dat doel nog niet en zolang ik rekening houd met verschillende mogelijkheden blijft de toekomst onzeker en vaag voor ons. Het moet een doel worden en alle liefhebberijen en hobby’s moeten daarbij verdwijnen. Zelden wordt een levensdoel verwezenlijkt vandaar ook dat zoveel mensen automatisch gaan leven en werken en alles voor hen sleur wordt, je moet immers nu eenmaal iets doen om aan de kost te komen. Daarom denk ik ook dat het een dagelijkse strijd is tegen sleur en vervlakking, dat je als man en vrouw niet naast elkaar maar met elkaar leeft.
Jij schetste een beeld, je zag het bij zoveel mensen om je heen. Je schilderde jezelf als huisvrouw in ons latere gezin en de rillingen liepen over mijn rug, er zit veel waarheid in. De man de werkezel en de vrouw het huissloofje.
Wij weten hoe gemakkelijk het zo gaat, het is veel moeilijker om iedere dag opnieuw levensvreugde te beleven. Laat mij eerlijk zijn Nank, ik heb daar ook aanleg voor! Je weet nog wel in Wezep.
Wij hebben nu wel een harde les geleerd maar hoe makkelijk vergeet een mens?
Iedere dag weer opnieuw beginnen, iedere dag onze rijkdom beleven. Help mij daarbij lieveling, als wij zo beginnen en elkaar steeds helpen, zal ons leven niet volmaakt zijn maar wel gelukkig. Hoe ik jou zie in ons huishouden? Zoals je bent schat, vol liefde en zorg. Jouw warme hart is de zon van ons huis, beschijnt iedereen en geeft mij steeds weer puf om te vechten tegen de sleur van de dag.
Ik las iets in het maandblad ‘Wereld’. ‘Wees elke morgen bij het opstaan dankbaar dat u die dag iets te doen hebt wat gedaan moet worden, onverschillig of u het wel of niet graag doet. De verplichting te werken en uw best te doen geeft u matigheid en zelfbeheersing, geven wilskracht en levensvreugde, voldoening en honderden andere deugden, die de niet werkende mens nooit zal kennen.’
Jij hebt er werk van gemaakt, een fijne waarschuwing heb je me gegeven. Dank lieveling. Ik hoop dit nooit te vergeten. Jij bent een heerlijke huisvrouw en goddank geen huissloof. Help mij dat mijn werk mij later niet helemaal in beslag neemt, het hindert niet wanneer het razend druk is en er weinig tijd overblijft als wij maar dicht bij elkaar blijven, een echte zoen of een echte blik van begrijpen doet wonderen en kan genoeg zijn voor de hele dag.
Hoe ik jou zie kan ik moeilijk beschrijven, ik stel mij jouw leven voor als de bron waaruit ik dagelijks nieuwe levensvreugde put waardoor ik jou die liefde, hulp en warmte weer kan geven die jij nodig hebt, een cirkelgang Nan, samen.
Je vraagt of jij straks ons huishouden kunt bestieren? Jonge mensen beginnen samen en krijgen dan 1-2-… kinderen en jij begint meteen met ons vieren?? En wat doe je nu dan memmie?? Als jij het niet kunt kan niemand het.
Zes maanden samen in vier jaar huwelijk
Allereerst een ochtendzoen. Nog acht dagen meiske en wij zijn vier jaar getrouwd. Het is een beetje moeilijk om daarover vooruit te schrijven maar ik probeer het. Vier jaar getrouwd waarvan wij plus minus zes maanden werkelijk bij elkaar waren. Wij hebben zoveel moeten missen van wat zo heerlijk samen kan zijn. Het begon eigenlijk al direct, de grote domper op ons geluk, het weten, straks zijn wij niet meer bij elkaar.
In de heerlijkste en moeilijkste tijd was jij alleen, droeg jij alleen onze popkes, schonk jij het leven alleen aan ons Ukkie. Was ik alleen.
Steeds het diepe verlangen naar tastbare liefde opkroppen en alleen, per brief wegwerken. Nog zijn wij niet bij elkaar, nog steeds uitstellen van wat ons het liefste en dierbaarst is. Is dat getrouwd zijn? Is dat geluk? Is dat ons leven? Kunnen wij zo onze heerlijke trouwdag gedenken?
Moeten wij het zo alleen zien Nanke? Goddank nee!! Naast al die ontstellend zware moeiten kennen wij ook diepe liefde en echt geluk! Wij weten schat dat we dat niet alleen aan onszelf te danken hebben. Zo sterk en flink zijn wij niet. God heeft ons dit diepe sterke geluk geschonken.
Wij hebben een harde levensles geleerd. Die les heeft ons niet van elkaar verwijderd, maar diep en onverbrekelijk bij elkaar gebracht.
Ik wil niet piekeren hoe het had kunnen zijn, maar alleen dankbaar en gelukkig zijn voor wat wij nu hebben en straks weer mogen ontvangen. Ik dank voor het grote geluk. Ik draag mijn schatten aan u op, wees op onze trouwdag dicht bij Janke. Bewaar ons voor elkaar en geef ons kracht en moed om alles aan u over te laten.
Gods zegen en een gelukkige dag, samen! Jij blijf altijd mijn bruidje Nan, hoogdravend? Nee hoor.
Ik durf je weer over alles te schrijven, ons verlangen is hetzelfde. Misschien hebben wij beiden ‘iets’, wat op onze eerste avond samen moeten overwinnen. Ik begrijp dat heel goed, ik zal het aan je voelen. Misschien is het wel ineens verdwenen. Hoe het zal zijn weten we niet en dat is nu ook niet nodig, wij vinden het samen wel.
Jouw nieuwe jurk die opbolde in de wind en jij die je schaduw zag, het verlangen. Schaam je er niet voor hoor, het is het mooiste en innigste dat er bestaat. Schrijf het mij steeds weer hoor.
Soms denk ik dat ik je niet zal durven aanraken, ik weet het niet. Jij bent een fijne, zorgzame schat. Laat mij straks alles zien wat je gemaakt hebt.
Ja ik ben gelukkig, ik kan het soms niet verwerken, per brief is het soms zo moeilijk hè?
Leer bewerken, inkopen en klussen
Heerlijke schat, voel even een innige omhelzing, weer heerlijke brieven van jou, heb er weer heerlijk van genoten, dank meiske, ook voor je sigaretten een dikke tút. Alles wie bêst mei myn wiefke en bern. Koes ús lytse skotten fan my.
Dank voor je kostelijke felicitaties voor mijn diploma. Ik kan het ophalen bij de Staf.
Hoe is het, heb je een goede dag? Een innige zoen.
Net lekker gemandied, ik zal die dagelijkse plenspartijen straks nog missen. Het water is thuis veel te koud, daar begin ik niet aan.
Met mij is het reusachtig, gezond en puf!
Even van hier. Ben weer naar Bandoeng geweest om inkopen te doen, heb nu al 20 jongens voor het bewerken van leer. Er zijn nu ook jongens bezig met het maken van portefeuilles. Het gaat fijn snoes.
Heb vijf vellen leer gekocht en een stapel papier. Ik snij het leer uit, ook voor de portefeuilles, om zo voordelig mogelijk met het leer uit te komen.
Het was een dure dag voor mij hoor. Een pakje goede sigaretten, lekker eten bij de Chinees en een cadeautje voor jouw moeder. Een zeskantige naaidoos van houtsnijwerk. Wat denk jij, is dat wel wat voor haar? Ik kan deze maand nog net uitzingen hoor.
Heb weer lesgereden. Bracht er niet veel van terecht. We reden van hier naar Soebang, een mooie weg maar erg bochtig en vele steile hellingen met druk verkeer. Het rijden gaat wel maar het schakelen gaat nog krakerig. Maar even afwachten of ik nog in aanmerking kom om rijexamen te doen.
Heb een hutkoffer van de luit van binnen met papier beplakt, nu moet hij nog geverfd worden. En het adres moet er nog opgeschilderd worden. Rackets gerepareerd. Het werken bevalt me best, wel eens vervelend dat er zo weinig tijd voor mijzelf overblijft.
Ben met een waarschuwingsbord bezig, een hele klus. De tekst luidt: ‘De veiligheid van deze weg naar de krater van de Tanhoekan Prahou wordt van militaire zijde niet gegarandeerd.’ Bijna 100 letters. ’s Ochtends begonnen en tegen 17.00 uur had ik het zaakje erop staan.
PenT-er ontvoerd
We kregen het bericht dat er bij Soekamandi een PenT-er was ontvoerd en dat wij ons klaar moesten houden voor een opsporingspatrouille. Vroeg naar bed en om 3.00 uur eruit.
Wij konden 30 man leveren. De C-batterij en 41-RVA deden ook mee. Eerst per wagen naar Kalidjati, daar bijna twee uur staan wachten op orders. Eindelijk gingen we het terrein in, zoals de jongens het zeggen, om de dooie planter te zoeken. De kerels vertrokken vol moed van hier, vernikkelden van de kou in de open wagen maar zongen het hoogste lied.
Door het lange wachten zakte de stemming en werd het zingen vloeken en opmerkingen als ‘wat weer een organisatie bij I-6, laat die planter rotten, wie wil het lijk nog zien?’
Het werd een warme dag. We trokken in een linie door het vlakke, hete terrein, door grote rubberplantages, door woest terrein tot we in het gebied kwamen waar de planter gekidnapt was. Alle kampongs werden doorzocht maar geen resultaat.
Om 11.00 uur kwamen we bij de grote spoorlijn uit in de buurt van Paboearan. Voor de meesten bekend terrein. Per radio gaven we regelmatig onze positie door. Ook de Spiertroep en een patrouille van I-6 waren in het veld.
Toen wij zonder succes bij de spoorlijn aankwamen kwam het bericht van de actieleider dat we de actie als beëindigd konden beschouwen. Dank je wel maar voor ons is het pas afgelopen wanneer wij weer in Kasomálang zijn.
We hebben nog twee uur op een trein gewacht die ons naar Passar Boergoer bracht aan de weg naar Soekamandi. Intussen met de radio een wagen opgeroepen om ons af te halen. Om 15.30 uur waren we weer binnen. Jammer dat we de twaalf uur niet volmaakten. Scheelt de jongens f 1,50 en ons f 2,50 extra. De 15 km tippelen heeft mij weer goed gedaan, alleen jammer dat er van de planter geen spoor gevonden is. We hebben nog geen bericht gehad of de andere patrouilles succes hadden.
Schrijven en cadeaus
Nee hoor, brieven schrijven doen we straks niet meer, behalve aan jou ben ik ook een slechte schrijver. Kunnen we straks ook alles zo bespreken zoals wij nu beschrijven? Ja natuurlijk, veel beter nog.
Ik heb het niet meer over cadeautjes hoor maar ik neem ze toch mee. Ik ben niet van plan om een huis vol met Indische spullen en tierelantijntjes en snuisterijen te stoppen. Een enkel ding is wel aardig maar dan moet het ook iets moois en goeds zijn.
Ik zal onze kinderen, jouw moeder en nog iemand? niet vergeten. Mijn ouders ook maar dat is het dan.
Ik hoop het bureautje toch nog mee te smokkelen. Ik heb het kenmerk eraf gehaald en op een niet geregistreerde kast geverfd. Hoe het met de klok komt weet ik nog niet. Die pendules zijn duur hoor maar wij hebben een wekker hè Nan?
Ik houd van mooie dingen maar ik haal geen gekkigheid meer uit hoor, dat kan de bruine niet trekken.
Pim en Zuske, at dêr snie leit dan komt heit thús, hela hola heiti komt wer thús!!
Heb je nog problemen met Zuske wanneer zij moet slapen? Ik las in een tijdschrift over een nieuwe Amerikaanse uitvinding voor babyverwennerij, een wieg met automatische schommelaar en grammofoon om slaapliedjes op te draaien. Stel je voor dat zulke dingen de enige mogelijkheid zouden zijn om je hummels in slaap te krijgen.
Wat een waanzin, als ze het te bont maken krijgen ze een tik voor de bibs. Oe wat hardvochtig hè memmi?
Ze mogen gerust een keer brullen hoor. Ik weet nog dat ik wel eens een draai om mijn oren kreeg of een pak voor de broek wanneer ik een keel opzette om mijn zin door te drijven. Mijn vader zei dan na de bestraffing, sa no wist do wêr ast om gûlst, zo nu weet je waarom je huilt.
Ik zie het helemaal niet donker in hoor, onze kinderen zijn heerlijke lieve schatten!! Wij zullen ze vast samen in toom kunnen houden.
Zo, Pim en Zuske, jimme tegearre op heit en mems ledikant? Wêr matte wy dan sliepe? Jimme meie moarns wol even by mem koese mar jûns yn jimme eigen bêdsje hear. Sille jimme dêr oan tinke? Jim meie at ik wer thús bin ek wolris by my koese, hoe fiene jimme dat? Zo, Pim en Zuske samen in ons ledikant? Waar moeten wij dan slapen? Jullie mogen ’s ochtends best even bij mama knuffelen maar ’s avonds moeten jullie ieder in je eigen bedje hoor. Zullen jullie daaraan denken? Wanneer ik weer thuis ben mogen jullie ook weleens bij mij knuffelen, hoe vinden jullie dat?
Jij bent wel optimistisch, september al op de boot en oktober thuis! Ik reken op oktober met de boot en november thuis. Wie krijgt gelijk? Ik hoop jij!
Gelukkig gaat de tijd snel, we tellen straks weken en dagen in plaats van maanden. Hoe zou het komen dat Pim zei ‘at dêr snie leit dan komt heit thús’? (als er sneeuw ligt komt heit thuis). Kostelijk onze hummels samen in een bedje zingen ‘hela hola heiti komt wer thús!!’
Onze trouwfoto ligt naast me, we raken uitgeput, er wordt te veel van ons gevergd, het duurt te lang
Onze trouwdag. O lieveling wat een heerlijke dag. Zopas even in bed liggen denken, eerst viel het niet mee Nan, je weet het meiske, alles komt op je afstormen. Het maakte me verdrietig en onwennig maar nu ben ik gelukkig.
Hoe is het vandaag met mijn bruidje? Kun je ondanks alles vandaag toch gelukkig zijn? Of zie je alleen het gemis? Ik had het ook even maar nu is het goed. Mijn gedachten gingen naar die heerlijke tijd dat wij samen waren, het was moeilijk maar toen kwamen de gedachten dat wij DV bijna weer opnieuw bij elkaar zullen zijn.
Ik wilde dat ik met je kon bidden maar het wil niet echt. Toch proberen liefste?
[Er volgt een gebed. Een passage die tekenend is voor veel thema’s die steeds terugkomen.]‘Op deze dag komt alles op ons af. Wij begrijpen ons leven, ons huwelijkse leven niet. U gaf ons aan elkaar en hebt ons zo rijk gezegend. Zoveel liefde voor elkaar en onze kinderen aan ons toevertrouwd. U weet wat wij ervan gemaakt hebben. Naast ons geluk van alles wat wij hebben, is er zorg, verdriet en diep verlangen naar wat wij missen. Is dit uw weg of heb ik het onszelf aangedaan? Geef ons het geloof dat alles uw wil geweest is.’
Het schrijven wil niet. Ik kan je niet vertellen wat je voor mij betekent. Ik krijg mijn gedachten niet op papier maar ik weet dat mijn diep begrijpende schat alles voelt. Ik verlang naar jouw brief van deze dag. Ik hoop zo dat er vanavond weer post is.
Met mij is alles best maar ik ben mijzelf een beetje kwijt. Ik wil alles opnieuw beleven maar het lukt me niet. Ik wil antwoord op al die vragen en het lukt helemaal niet. Ik ben tegelijk ook zoo gelukkig en ik verlang zoo naar jou. Allemaal tegenstrijdigheden.
Ik ben gister twee keer met een brief begonnen maar het was knudde en ik heb ze weer verbrand! Dat op onze trouwdag. Er was geen brief van jou, je weet hoe dat is.
Heb twee uur zitten stumperen, zelfs toen ik alleen zat wilde het niet lukken.
Alles komt op me af. Jij had het ook. We lopen vast met alles, zien alleen de moeilijke en nutteloze dingen, we zijn moe, doodop van alles. We zijn onverschillig, geen puf in alles wat we doen, niks heeft zin. En dan is het enige echte onze liefde en die helpt ons er weer bovenop. Gister schreef ik dat ook maar het werd een rotbrief. Het is weer over en ik ga de schade inhalen bruidje!
Ik stel je eerst gerust.
Je had weer iets met Ukkie en daar vloeide je angst voor later uit voort. Bang voor de toekomst, ik had het ook. We hoeven het niet voor elkaar te verbergen. We raken uitgeput. Wij niet alleen maar bijna iedereen. Zo nu en dan komt dat even tot uitbarsting, soms om een kleinigheid, we kunnen er niets meer bij hebben, niets meer verdragen.
De oorzaak is – het duurt te lang – er wordt te veel van ons gevergd.
Goddank komen wij er steeds weer overheen maar hoeveel jongens komen er nooit meer bovenop?
Heb over onze schatten geen zorgen, verwijt je zelf niet dat je ze te veel laat bederven. Het zijn heerlijke schatten. Je wist het weer toen je andere kinderen zag. Gauw kwaad, niets uit kunnen staan, alles saai enz. heeft diezelfde oorzaak het duurt te lang. Schipper er maar zo goed mogelijk doorheen, zoals je tot nog toe gedaan hebt, zoals ik hier doe en wij allemaal doen, ieder op zijn eigen manier.
Straks als wij weer samen zijn valt het ook niet mee zoals je dagelijks om je heen ziet maar voor ons is Alles anders Nanki omdat Alles nieuw is en het machteloze en eindeloze weg is. We beginnen ons leven opnieuw, misschien onder moeilijke omstandigheden maar dan samen, elkaar hebben en helpen. Dat maakt het grootste verschil. Het zal onze geestelijke moeheid wegvagen, het leven heeft weer zin, we hebben weer een doel en uitzicht.
Onthoud deze oorzaak van vele kleine moeilijkheden, draag ze aan god op die werkelijk bestaat en die ons leidt en je weer kracht geeft om rustig verder te gaan, weer puf om te vechten, waakzaam te blijven, je onderscheidt kleinigheden weer van de hoofdzaak. Ik heb ook weer puf schat.
Gister was ik mijzelf niet maar vandaag was een goede drukke dag, jouw brieven, jou geschreven, twee voetbalwedstrijden gezien, halsoverkop naar de kerk en meteen daarna een film gezien, gebeden en het hielp. Ik zie de hoofdzaak weer en al die zorgen lijken nu onbelangrijk, ik heb weer goede moed.
Terugtrekken uit Djogja, niemand gelooft meer in een werkelijk goede oplossing, het is gloeiend hard Jank, Laatste Acte van Alfred van Sprang is hier door de legerleiding verboden
Even een sigaret van jou lieve zorgzame schat. Ik kan niet zeggen dat ze lekkerder zijn dan de andere maar in ieder geval beter dan ‘de eeuwig vervloekte Spoorstaafjes’ zoals Alfred van Sprang beschrijft in zijn boek DE LAATSTE ACTE. Wil je voor jou én voor mij een exemplaar op de kop proberen te tikken?
Lees over Alfred van Sprang ook in blog 45, in blog 56 en blog 93.
Het is hier door de legerleiding verboden. Omdat Alfred van Sprang de naakte harde waarheid schrijft over Jan Soldaat en zijn moeilijkheden. Het is een echt stukje leven van ons allemaal en de schrijver heeft niets te veel gezegd, eerder te weinig. Je krijgt een werkelijke indruk van de omstandigheden waarin wij leven, ook een aardig kijkje achter de schermen van de politiek.
Het is tussen de eerste en de laatste actie geschreven. De schrijver verheugde zich, zoals wij allemaal, dat Djogja bezet werd, dat eindelijk de bron van alle onrust werd gedempt. Hij eindigt met ‘laatste actie herstelt vrede en opbouw.’ Nogal een optimistisch slot.
Wij zetten er niet eens meer een vraagteken achter. Niemand gelooft meer in een werkelijk goede oplossing. Indië is voor Nederland verloren. De Veiligheidsraad en de Commissie van goede (bij-ver)diensten hebben vals spel gespeeld. De offers van ons allemaal zijn tevergeefs geweest. Het is gloeiend hard Jank maar wij zijn erover heen en het dondert ons niet zoveel meer met het vooruitzicht Naar Huis. Zie ook blog 89 onder kopje Ex-Repoeblikeins gebied Midden-Java is op door honger en ellende.
Eerder schreef ik daar ook al over maar toen kon ik het niet verkroppen. Nu schrijf ik er gewoon over zonder kwaad te worden. Wat een verhaal hè lieveling?
Ik hoop dat je succes hebt en het boek kunt bemachtigen. Dezelfde schrijver schrijft het Herinneringsboek 7 DD december divisie ook. We hebben het allemaal al betaald. Stel je voor dat dat ook wordt verboden door de legercensuur. Wat een verhaal hè liefste?!
Driedaagse patrouille, gevangene doodgeschoten, een boef naar de andere wereld
Goedemiddag liefste, daar ben ik eindelijk weer. Eerst een innige koes! Alles is best met jouw man. Ik ben op een driedaagse patrouille geweest vandaar dat het zolang duurde voor ik schreef. Hoe is het met mijn schatten? Er is in de tussentijd geen post gekomen.
De patrouille zou afgelopen maandagavond om 23.00 uur vertrekken. Net voor het vertrek kreeg H. een telegram dat zijn moeder ernstig ziek was. Ik ben toen voor hem ingevallen en heb halsoverkop m’n spullen bij elkaar gezocht, net op tijd klaar. Ik had er puf in, wel een paar zware tippels gehad maar geen last gehad van oververmoeidheid.
Onze inlichtingendienst, een gewapende patrouille op zichzelf van plus minus 10 man, ging ook mee. Eerst per auto naar Tsjikaremas, 41-RVA ging ook mee. Zij hadden de zorg voor het eten en keukenmateriaal. Daar komt heel wat bij kijken. Wij hadden 42 koelies voor het dragen van voeding en extra uitrusting. Eindelijk om 1.30 uur was onze aanhang klaar en konden we tippelen. Ik had de eerste sectie en liep op kop van de lange trein. Het ging best. De dragers konden goed meekomen, die kerels hadden heel wat te sjouwen maar ze zijn het gewend en hebben een geweldig uithoudingsvermogen.
Het was een prachtige maanheldere nacht. De smalle maar goede weg slingerde over heuvels, door dalen, door woest terrein waar de bomen zwart en naakt afstaken tegen de sterrenhemel. Het was stil, alleen de gewone nachtgeluiden van de miljarden insecten, het schuifelen van de patrouille en zo nu en dan een zacht maar hartgrondige vloek wanneer iemand een schuiver over losse stenen maakte. Hier en daar een machtig vergezicht over slapend Java. Op een dikke 100 km, achter Cheribon, konden we een oliebron zien branden. Ik was blij dat ik meegegaan was en ik genoot ondanks de vele klimpartijen en het bijbehorende zweten.
Vlak achter mij liep mijn brengroep. Korporaal N. alias de Bolle, bonkt vlak achter mij aan, een boom van een kerel met de zware bren dwars over de schouder. Altijd vol fantasieën, verhalen en ideeën, hij weet de stemming erin te houden.
Om 4.00 uur ergens in een kampong de eerste rust. Daar moesten we met onze radio in de lucht komen maar er was geen verbinding met de hoofdpost Djalangajak. Na een paar rokertjes en een slok thee weer verder.
Het terrein werd steeds woester, de goede weg veranderde in een rot pad dat steil daalde. Hier en daar helemaal geen pad meer te onderscheiden maar mijn beide verkenners wisten toch de weg te vinden. Dalen is moeilijker dan klimmen. Je moet steeds het volle gewicht opvangen en tegenhouden. Soms springen van steen op steen. De voeten beginnen te branden, de knieën worden pijnlijk en beginnen te knikken. Onze inlandse patrouille liep steeds een paar km voor de grote troep uit. Ze doken in iedere kampong en doorzochten die snel. Als wij aankwamen waren ze meestal nog net bezig of net klaar.
Tegen de ochtendschemer kwamen we bij een kleine kampong waar geschoten werd. Het bleek dat er een paar TNI-kerels gepakt waren en eentje piepte er tussenuit. Ze waren daar ondergedoken en hadden geen wapens bij zich. We hebben ze maar als brendragers gebruikt.
Weer verder naar de uiterste kampong van het 41-RVA gebied. We kwamen tegen 8.00 uur aan en bleven daar 1,5 dag. De kampong was dun bevolkt. Even knobbelen over de legering. Ik trok het mooiste huis met een stenen onder muur, een pracht vesting waar ik mij met mijn sectie installeerde.
De jongens zwermden over de kampong uit om bale- bale op te snorren, houten britsen die als tampatjes te gebruiken zijn.
Stom dat er enig misverstand was over de bewaking van de gevangenen. Eentje kneep er tussenuit en voordat de ander zijn kans waarnam is hij meteen doodgeschoten. Brrr hè Nan?
Al gauw had ik een slaapstee gevonden. De brits was keihard maar ik sliep als een os. Machtig gegeten van de zuurkool, hutspot en kippensoep. De kok heeft een extra pluim verdiend voor wat hij die dagen gepresteerd heeft. Lekker gemandied ergens in een diep dal buiten de kampong, lekker fris water.
’s Avonds was het een gezellige boel, alle bekende liedjes werden eruit gebruld, een andere groep zat ongezouten te kletsen over van alles en nog wat, meestal dienstbelevenissen en voor de 41-RVA-ers werden de gruwelverhalen nog eens extra aangedikt. Sommigen nemen het als koek, anderen met een korrel zout.
Een vreemde toehoorder zou met z’n oren staan te klapperen, echte rauwkost.
Ze menen het niet erg en als alle ongerechtigheid eruit gebraakt is worden de gesprekken degelijker en neemt de demob een grote plaats in. Over politiek wordt ook geboomd. Je zou het op moeten nemen en onze regering eens moeten verrassen met het commentaar op een grammofoonplaat.
Ik sta steeds weer versteld hoe monter de kerels blijven onder alle omstandigheden. Ze hebben de grootste lol bij gebrek aan alles, geen licht, geen behoorlijke stoel, geen bed, niets om de vermoeide botten een beetje gemak te geven, gewoon met de kont op een muurtje of languit op de harde britsen.
Het uiterlijk moreel is grof en vuil maar er zit nog steeds een pittige kern in. Ze zijn op elkaar aangewezen en de saamhorigheid is groot. Dat is bij vele andere onderdelen niet het geval wat ook de reden is dat de gevechtssterkte minder wordt en men moreel afknapt. Verschillende Infanterie-onderdelen worden nu al teruggetrokken. Niet dat hun dienst zoveel zwaarder was of hun verdiensten zoveel groter zijn geweest maar omdat de pit eruit is.
Ik had voor de avond een wachtlijstje gemaakt, iedere man klopte een uurtje wacht behalve de knapen die om 5.00 uur eruit moesten om patrouille te lopen in de omgeving van ons tijdelijke kamp. Ik bleef met een stel binnen.
De patrouille was zwaar. De afspraak was om 9.00 uur terug zijn maar het werd 12.00 uur. Ze kwamen drijfnat van het zweet en vloekend binnen maar toch in een opgeruimde stemming want een boef waar al lang naar werd gezocht was naar de andere wereld geholpen.
De thuisblijvers hadden een rustige dag. Sommigen organiseerden kippen voor de soep en zaten met de bajonet op het geweer achter de beesten aan. Vijf stuks was de buit die prompt met blikjes vis -die wij niet meer vreten- aan de eigenaren werden betaald.
De tweede avond weer hetzelfde, zingen, kletsen, kankeren, wachtje kloppen.
Om 3.00 uur eruit en klaar maken voor de terugtocht.
Het eerste uur was zwaar, alleen maar stijgen. Na de hoogste heuvels was iedereen over zijn stijfheid en vermoeidheid heen en liep het als gesmeerd.
Ik loop steeds met een stevige knuppel als wandelstok.
De Bolle pikte een orang kampong in de kraag, die mocht zijn bren sjouwen tot de volgende kampong waar weer een ander het haasje was.
Onderweg nog een paar keer gerust om tijd te rekken. Zouden we vóór 13.00 uur binnen zijn dan verspeelden we weer een dag extra uitkering van f 1,50 de man en f 2,50 voor onderofficieren. De jongens zijn er gebrand op hoor. Eigenlijk een magere beloning die nog maar pas is ingegaan. Laat de knul die dat heeft uitgevonden eens een keer langer dan twaalf uur met een patrouille meegaan. Hij komt nooit meer terug of hij verhoogt onmiddellijk de extra premie.
Onderweg maakte de kok nog een keer stamppot. Normaal is het niet te vreten maar er bleef niets van over. De bevolking kwam steeds met klapperwater en pisangs, veel meer kunnen ze ook al niet aanbieden. Na drie volle dagen kwamen we fit aan in Tjikaremas.
De wagens hadden we al opgeroepen en stonden te wachten. Kun je je voorstellen hoe lekker een plensbad en hoe heerlijk het veldbed na zo’n trip weer is? Ik heb me best vermaakt en f 7,50 extra verdiend.
De tijd vliegt, bijna alweer half juli, ‘we rollen de weken wat door’ toch rollen wij niet slecht Nanki.
Dyn Kai is kiplekker, een stevige knuffel en liefdevolle zoen.
Hummels en het geloof
Enig dat Pim je vroeg om voor het zieke poeske te bidden. Dat was wel even een moeilijk probleem hè? Ik weet ook niet hoe je het had moeten doen. Je kon niet voor het beestje bidden omdat het er de volgende dag niet meer zou zijn. Ons baasje nam gelukkig genoegen met je uitleg. Hoe groot is het kindervertrouwen en geloof!
Het wordt moeilijk hen te leren berusten dat god wel hun gebedjes voor alles hoort maar ze niet verhoort zoals zij zich dat zelf voorstellen. Nu zijn onze hummels daar misschien nog te jong voor om dat te begrijpen. Jij hebt het eerste conflict vermeden schat. Kinderen stellen bijna overal op iedereen hun volle vertrouwen en hoe vaak gebeurt het niet, wanneer eenmaal hun geloof en vertrouwen beschaamd wordt dat zij net het tegenovergestelde worden.
Het is een moeilijke taak voor ons memke, wij hebben god beloofd onze kinderen van hem te leren. Zie ook blog 44, trouwtekst en het gewicht van de doop.
Ik ben daar wel eens bang voor wanneer ik bedenk hoe moeilijk mijn ouders het met mij hadden. Ik moest er heel weinig van hebben, ik had een hekel aan de kerk, catechisatie en de Jongeren Vereniging.
Jij hebt een fijne grondslag gelegd in onze kinderhartjes Nan. Daar bid ik ook voor dat god jouw wijsheid geeft om onze schatten van Jezus te leren. Wij hadden vroeger ook een kinderbijbel, die moeten wij straks ook hebben. Het moet vooral duidelijk zijn. Koop jij maar de bijbel die jou het best lijkt. Wanneer gaan we eruit lezen? Na het eten of wanneer ze naar bed gaan?
We kunnen merken dat wij steeds dichter bij huis komen
Toch nog weer iets nieuws. Begin volgende maand komen er in ons gebied waarschijnlijk Veiligheidsbataljons die het vak van ons overnemen zodra ze ingewerkt zijn. 41-RVA blijft voorlopig hier maar krijgt later een zuivere Artillerietaak over een groter gebied. Niet gek voor 41 die nu bijna alweer een jaar alweer patrouille lopen. Hoe het allemaal precies zal gaan is nog niet bekend. Dan geven wij waarschijnlijk onze laatste twee kanonnen over aan 41. We kunnen merken dat wij steeds dichter bij huis komen.
III-9RI (Regiment Infanterie) is teruggetrokken en zal nu wel in Batavia zitten, als wachtbataljon, nou ook een jobje? In Kuningan is het een rotzooi tot en met, III-9 was er niet tegen opgewassen. Zie blog 90.
Het smoesje dat ze zijn afgelost geloof ik niet want hun percentage gesneuvelden is lager dan het onze en ik wed dat de doorsnee Infanterist van III-9 bij stukken na niet zoveel gepatrouilleerd heeft als de Artilleristen van 6- RVA. Het ligt vooral aan de leiding en de tactiek. Met mooi weer spelen en vriendjes fokken kom je er in dit land niet. Een beetje kift hè snoes?
Verongelukken journalisten doet stof opwaaien,
De KLM heeft weer een harde klap gekregen. Het verongelukken van De Franeker bij Bombay doet nogal wat stof opwaaien.
Ik las in de krant dat de Repoeblik ook hun deelneming betuigden, dat zij in vrede rusten. Zouden zij intussen misschien in hun handen wrijven dat die dertien Amerikaanse journalisten die hier de waarheid over het Indië probleem kwamen zoeken om zeep zijn?
Het is te hopen dat ze de meeste rapporten bij hun leven nog doorgeseind hebben. Deskundigen zoeken nu naar de oorzaak van de ramp die weer zoveel mensenlevens kostte.
Ander nieuws
Van Djogja nog niet veel nieuws. De heren hebben de tijd, gaan zich op hun gemak instuderen en later wel eens over een staakt het vuren confereren. De terreur gaat onverminderd door. Afwachten maar.
Goddank is ons gebied zo rustig. Die enkele peloppers die zich hier schuilhouden en waar we pas een stel van opruimden hebben niets te betekenen.
De Poeasa (islamitische vastentijd met overgang van het oude naar het nieuwe jaar) is nu bijna afgelopen. Het duurt ongeveer een maand, precies weet ik het niet. Eerstdaags worden wij twee nachten vergast op daverend tromgeroffel, het einde van de vastenmaand en het eind van een maand extra oppassen voor ons.
In de algemene toestand is weinig verandering. In Midden en Oost-Java is het nog steeds een rotzooi. Hier en daar is het in West Java ook niet pluis, vooral in het Buitenzorgse. Ons gebied is nog steeds rustig maar bij I-6 in de laagvlakte zit weer iets.
Een week geleden is daar een kampong voor 80% door een rondzwervende bende afgestookt. Dat was in het Soebangse, net buiten ons gebied. Onze spionnen kwamen melden dat er zes mannen in uniform ons gebied zijn binnengetrokken. Wij hebben er onze spionnenpatrouille erop af gestuurd maar de heren waren alweer verdwenen.
De politieke toestand is nog steeds vaag en onzeker. Ik verknoei er maar geen woorden aan hè snoes?
Twee kanonnen fiksen het wel even
Wij moeten weer eens uitrukken met kanonnen. Straks vertrekt van hier een batterij commandogroep (vijf man) naar Tjikampeh. Deze keer hoeven wij geen kanonnen te leveren, dat doet dde C-batterij. Er gaan twee kanonnen mee in plaats van vier stuks.
In de buurt van Tjikampeh zit een sterke bende die daar een Nederlandse patrouille van plus minus 100 man teruggeslagen heeft. Twee kanonnen fiksen het wel even. Het duurt maar een dag. Het is te hopen dat de actie succes heeft.
Schat ik hoorde dat er post op de Staf is aangekomen, ik laat het meteen ophalen hoor.
Wachtlijst voor een huis
Héérlijke schat, drie héérlijke brieven van jou. Wat ha ik dy leaf, wat ben ik gelukkig! Ik ben razend op dy, razend verliefd? Nee dat is het goede woord niet, een diep gevoel vanbinnen, niet te beschrijven. Straks dat grote geluk weer echt te mogen beleven, het maakt mij zo wonderlijk vanbinnen.
Ik bid nu wel eens dat god ons ervoor bewaart dat wij elkaar niet ten koste van hem liefhebben. Dat is moeilijk hè Jank? Hij die ons alles gaf. Onze trouwtekst zegt het heel scherp ‘tussen u en mij tot in de eeuwigheid’. Zie ook blog 44.
Je was die dag zo onwennig, je moest alles weghuilen, ik voel het lieveling, ik ben dicht bij je, nog even volhouden, jou heel even echt koese.
Jij schrijft er niet raar over. Het is werkelijk moeilijk om christen te zijn en god op de allereerste plaats te zetten.
Staan er 131 nummers onder ons op de wachtlijst voor een huis?
Als het nodig is, zal ik nog wel eens op de ketel slaan in Ternaard. Wanneer jij wel bij mijn ouders in de grote kamer en het kleine kamertje in wil trekken maar er tegenop ziet, wil ik het graag in orde brengen en alvast met mijn vader bespreken.
Word ik vervelend jank? Nee hè, ik wil je zo graag aan een eigen honk helpen.
Brief van mijn vader, Klaas geen zorgen voor die tijd hoor
Er was ook een brief van mijn vader. Ik vond het een fijne brief. Over mijn werk schrijft hij:
‘Toch zal er ook wel anders weer iets gevonden worden, daar behoef je je nu heus niet ongerust over te maken. Wel is het zoo dat het een heel stuk werk wordt al die ongeschoolde menschen aan een betrekking te helpen. Toch steek jij er nog bovenuit daar jij je gemakkelijk kunt aanpassen en je vakdiploma hebt en wat de hoofdzaak is, je hersenen en je handen van God hebt ontvangen om ze te gebruiken. Dus Klaas geen zorgen voor die tijd hoor.
Ik zou op het ogenblik je heel graag in ons midden hebben. Om je advies en je kracht voor al het werk dat er is. Nu moet je niet denken Klaas, is het vader daarom te doen. Neen jongen want ik reken in de verste verte er niet op een van beide daar ik niet denk dat je hier in Raard je bivak wil opslaan. Afijn, dat is ook niet nodig hoor. Maar toch zou het voor mij verlichting brengen met de berg werk die we momenteel hebben. Dus nogmaals we zien met groot verlangen uit naar het moment dat je thuiskomt, niet voor ons werk, veel meer voor je vrouw en kinderen en alle ouders.
We hopen en bidden iedere dag dat God ook nu je mag bewaren voor die sluipende dood die daar rondgaat en dan deze en dan die het slachtoffer maakt.
Nu Klaas we hopen spoedig weer eens een berichtje van je te mogen ontvangen en groeten je.
Je liefhebbende allemaal,
Vader’
Hij begon met:
‘Lieve Klaas!
Deze week hebben we oude Beppe ten grave gedragen en zoo is mijn veronderstelling dat ge ook die niet weer zou terugzien. Och dat leven is heengegaan zooals het gekomen is, onbewust en daar zij een hoge leeftijd heeft geeft dit afsterven geen smart zooals bij je schoonvader die nog in de kracht van zijn leven was en die nog in de volle belangstelling van dat leven bestond.’
Misschien schrijf ik ze vanavond nog terug maar eerst jij en dan nog eens jij en dan… Dat zei jouw vader ook vaak hè?
Jij hebt mij diep laten voelen wat je miste bij oude Beppes begrafenis. Het was niet háár begrafenis die je beleefde maar die van ús jonkje (Wims tweelingbroertje overleed vlak na de bevalling) en van heit, jouw vader.
Ja Janke ik begrijp het wel. Gelukkig dat wij de troost hebben dat god ze tot zich genomen heeft. Op zo’n moment voel je alleen het nameloze verlangen en gemis maar steeds komt ook later, al is het maar heel even, dat die troost werkelijk troost is. Je schrijven was niet droevig, je hebt mij weer een diepe blik in je hart gegeven. Jij moest het vertellen en ik heb het begrepen en meegevoeld. Dank vrouwke.
Het was heel onattent van mijn ouders om jou niet persoonlijk uit te nodigen voor de begrafenis van oude Beppe, zij dachten dat jij vanzelfsprekend zou komen. Ik heb ook geen rouwkaart ontvangen en daar ben ik niet rouwig om.
Het geeft hier altijd een hoop consternatie, eerst moet je bij de Kapitein of Luitenant komen die je het bericht meedeelt en later uitleg geeft aan ieder die ernaar vraagt. Het zat je even dwars en ik begrijp dat.
Nog geen bericht van de schilderszaak in Jelsum. Zie ook blog 100 onder kopje Antwoord van het Schildersblad, schilderszaak?
Het is een mogelijkheid en er zijn andere mogelijkheden. Wij nemen nu geen beslissing. Het uitzichtloze is weg schat nu onze terugkeer voor de deur staat. Vader schreef daar ook over. Jij vindt hem een schat. Je leest het zelf wel, ik stuur zijn brief naar je toe.
Het klopt wel wat jij zegt, ik neem geen blad voor de mond en de meeste klanten kunnen daar niet tegen. Wel heb ik geleerd me te beheersen maar ook geleerd hard en snel te oordelen.
Nanki, ik weet eigenlijk niets meer te schrijven. Het lijkt allemaal zo onbelangrijk vergeleken met wat er in je binnenste omgaat, wat je niet eens verklaren en beschrijven kunt. Is dat geluk schat? Ja, maar bij dat geluk is nu nog het niet werkelijk beleven van alle rijkdom. Straks in elkaars armen. Ik weet het, foar altiid myn Alles.
Gesneuvelde militair bij Spierdivisie, geen schot gelost
Er kwam bericht dat er een militair van de Spiertroepen bij Tjikampeh gesneuveld is. Hier meteen de vlag halfstok gehesen. Dat doet je weer even stilstaan bij de hardheid van het militaire leven hier. Hoevelen zullen nog sneuvelen voordat het vrede in dit land is?
De batterij commandogroep is weer binnen. Onze kanonnen hebben geen schot gelost. Het was een grootscheepse actie, de totale uitslag is nog niet bekend. Toen onze kanonnen in konden rukken waren de vliegtuigen met hun raketbommen in actie. Verschillende soorten wapens waren al buit gemaakt. De bendes waren omsingeld en ze werden steeds mee samengedreven. Het is te hopen dat de rust daar is weergekeerd. De Spiertroepen hebben zich weer kranig geweerd.
Ust het net, korsten van het brood snijden, kieskeurig?
Ukkie is een kwast hoor, lust geen karamelpudding, vies en ust et net, wat hear ik no famke, heit it dyn pudding ek op at Zuske it net ust. (ust het niet, wat hoor ik nu meisje, ik eet jouw pudding ook op als Zuske het niet ust.)
Heerlijk straks, lekker kokkerellen, wat zal ik weer smullen van jouw eten schat. Je komt vanzelf tot de ontdekking wat ik ust. Ik eet de korstjes van mijn brood, in tegenstelling tot veel stoere kerels hier, die snijden ze af. Ze zijn best hard en soms vies van al die zweethanden die het brood doorgeven maar ik wil mij er niet aan wennen. Wat moeten onze hummels daar wel niet van denken wanneer ik dat thús zou doen, wat zullen zij van mem denken als dat gebeurt?
H. bestrooid alles met suiker, eet extra eieren, een echte lekkerbek die later moeilijk tevreden te stellen is. Sommige kerels zou je met de neus in de jam duwen of wat dan ook, waar zij met hun snotneus aan snuffelen.
Ik ben niet kieskeurig. Ik weet verhipte goed wat ik lekker vind, geef mij maar jouw degelijke stevige pot schat.
De dominee en zelfbevrediging, geslachtelijke omgang, wat is het moeilijk om christelijk te zijn
Ds. Jense was hier en we hebben een samenkomst gehouden en nog lang nagekaart over het onderwerp. Ik kan het je niet allemaal beschrijven maar het gold ook voor mij. Ik voel mij ook schuldig. Naast de verhouding tussen jongen en meisje kwam ook de algemene kwaal hier in dit land van zelfbevrediging ter sprake. Dat is ook zonde. Het blijft een voortdurende strijd en soms kan ik er niet tegenop. Ik weet dat ik je hiermee pijn doe maar ik moet het schrijven voor ik weer verder kan.
Ik schreef je er eens eerder over. Ik ben zwak, alleen in het geloof kan ik ertegen strijden, andere middelen zijn er niet. Vrouwke, kun jij het mij vergeven? Jij kunt het misschien niet begrijpen, wat anderen gewoon vinden en doen voel ik als zonde tegen mijzelf, tegen jou en tegen god. Wil je mij ook vergeven dat ik er niet vaker over heb geschreven?
Kun jij mij nog liefhebben? Blijf mij liefhebben meisje, ik kan niet zonder jouw hulp. Ik ben blij dat ik het nu gezegd heb.
Hoe kan ik anders om vergeving en hulp aan god vragen? Als god mij helpt is het te dragen.
Nu is er niets meer wat ik jou moet vertellen wat jij nog niet van mij weet.
Schrijven over alles van ons hielp mij vaak maar ik durf je die brandende verlangens niet zo vaak te schrijven omdat ik niet zeker weet of het jou goed doet, of je het verdragen kunt en niet voor onbevredigend machtig verlangen komt te staan
Hij (dominee) las een stukje vooruit een boek van een christelijke dokter, hoe wordt de rijkste gave van het huwelijkse leven vaak misbruikt, vooral hier onder deze ontzettend zware omstandigheden waar niemand in Nederland zich een voorstelling bij kan maken.
Ik schat dat 50% van ons leger geslachtelijke omgang heeft met inlandse of halfbloed meisjes of gehad heeft. Gelukkig zijn velen hier die erop teruggekomen maar hoeveel gaan niet door met avond aan avond de kampong in te duiken en het beste wat hun lichaam geven kan weggeven aan een meisje of een vrouw die zij ervoor betalen.
Het duurt te lang. Er is door het lange uitstel van de demobilisatie door onze regering een zware wissel getrokken op de lichamelijke en zedelijke gezondheid van de militairen. Met het lichamelijke wordt nog rekening gehouden maar met het andere bitter weinig, net zomin als met onze persoonlijke belangen.
Het is niet eerlijk de schuld te geven aan wat voor omstandigheden dan ook want ieder heeft zijn vrije wil en draagt de verantwoordelijkheid voor het eigen zedelijk verval. De een heeft het makkelijker dan de ander maar allemaal hebben we dezelfde strijd.
Wat was er van mij terecht gekomen als ik jou niet had?
Ik heb Ds. gevraagd of er animo was om weer dagsluiting te houden. Ik durfde het zelf niet te vragen en dat is laf tegenover god Nan.
Ik had er al een paar weken mee rondgelopen, – het is niet goed Klaas -. Oe Nan wat is het moeilijk om christelijk te zijn. Om te proberen als christen te leven en te zijn in deze rauwe samenleving van mannen onder elkaar.
Bid voor mij schat. Mag ik je schat noemen? Wat zou het heel anders zijn wanneer wij even met elkaar konden praten, alles konden vertellen en niets meer verkroppen. Ik heb je pijn gedaan, kun jij mij begrijpen Jank?
Ik ga nu slapen en god bidden of jij mij echt kunt vergeven. Ben ik nog dezelfde voor jou? Schrijf mij gauw eerlijk. Koes myn lytse bern. Mag ik je een innige, alleszeggende zoen geven Nan?
Rondschrijven van Dominee v/d/ Berg
Heb een brief van Ds. v/d Berg gekregen, een rondschrijven voor allemaal. Wel aardig, nu eens geen preek van het begin tot het eind. Ik stuur hem mee.
In de cantine wordt een borrel gedronken onder leiding van M. Ik gun ze het, mij smaakt het niet meer. Een paar hebben alweer te diep in het glaasje gekeken. Enfin, een nacht slapen en ze zijn weer gezond.
Altijd nog beter dan een baboe naaien in de kampong. Er is weer een jongen onder doktersbehandeling voor geslachtsziekte. Oe Nan wat is het hoog tijd dat deze knapen naar huis gaan. Voor enkelen is het misschien te laat maar voor velen kan het nog in orde komen als ze alles open en eerlijk opbiechten.
Ik neem het niemand kwalijk wanneer het niet lukt er tegenop te boksen. God weet hoe zwaar die strijd is. God heeft mij genadig bewaard.
Ds. v/d Berg schreef ook over dit probleem. Hoe heerlijk om straks als jouw man weer thuis te komen. Alles heb ik je geschreven. Ik dank god voor zijn genade.
Er zal van beide kanten veel vergeven en vergeten moeten worden. Je merkt het zo niet maar er is zoveel ellende in de wereld schat.
Hoor ze eens zingen het davert ervan. Ondanks hun slippertjes, hun ruwe bast een stel kerels waar je op kunt rekenen.
Moeilijk is het om open voor ons geloof uit te komen hè Nank? We horen er niet thuis, weten eigenlijk niet hoe we het aan moeten leggen om anderen niet te krenken en toch vrede met god te houden. Het bidden wil dan ’s avonds ook niet omdat we in ons hart voelen dat we hem tekortdeden. Ik ken die moeilijkheid ook Nan en heb daar vaak mee te kampen.
Zo ook met de dagsluiting. Zal ik dan weer de vrijmoedigheid hebben om te trachten er weer mee te beginnen? Ik ben hopeloos tekortgeschoten, als ik vrijmoediger was geweest, meer durf had gehad om voor mijn geloof uit te komen dan had ik misschien mee kunnen werken om, ook protestantse jongens, uit de kampongs te houden.
Ik moet nu ophouden, we gaan eten en daarna naar de kerk. Ik hoop dat we een goede preek hebben, ik heb er wel zin in.
Een alleszeggende zoen, ook voor Pim en Ukkie.
Waarom ging ik weg?
Je was op onze trouwdag zo onwennig dat je er niet over kon schrijven. Ik wist wel dat je het in de eerste brief erna niet vergeten was maar je zat te vol. Zelfs een beetje boos op mij want ik schreef net alsof ik weg móest.
Ik heb het je allang echt vergeven schat maar het deed wel even zeer. Zou je dat nooit kwijt kunnen raken Nan? Oe wiefke wat is dat moeilijk en ik kan er niks aan veranderen.
Ik kan je nog steeds niet en nooit verklaren waarom ik wegging. Ik geloof niet dat een man meer lief kan hebben dan dat ik jou liefheb, toen ook schat. Is het een mannelijk ideaal, zoals bij zeevarenden die ook lang van huis zijn terwijl zij hun vrouw zielslief hebben en hun vrouw grote offers brengt? Een mannelijk beroep of roeping, een macht die sterker is dan vrouwenliefde? Het mannelijke wat het vrouwelijke niet begrijpen kan en de man niet verklaren kan? Ik weet het niet Jank. Dit leven is mijn ideaal niet, verre van dat.
Welke macht was er in mij om alle tastbare diepe geluk tijdelijk op te offeren voor een zwaar, heel zwaar leven met ontbering van alles wat liefde is, alles wat het leven zo mooi kan maken? Ik weet het niet Jank. God weet hoe lief ik je heb, hoe ik naar jou verlang in deze eenzaamheid met totaal niets tastbaars van alles wat ik zielslief heb. Kun jij mij begrijpen meiske? Geef mij maar op m’n kop, je mag me alles zeggen, alles verwijten maar blijf mij liefhebben vrouwke. Zonder jouw liefde ben ik dood!
Oe liefste wat heb jij een moeilijk leven met mij. Ik begrijp dat je het vaak niet verwerken en niet begrijpen kunt. Kun je voelen hoe diep het uit mijn hart komt? Nanneke, ik heb je misschien wel vreemde en onbegrijpelijke dingen geschreven maar weet bij alles dat ik zielsveel van je houd. Jij hebt een rare man maar oe Kanneke wat haw ik dy leaf!!!
Je vraagt hoe ik je zie, hoe ik jou het liefste heb? Jouw ideaal is om zo voor mij te zijn zoals ik je graag zou zien. Ik kan het je niet schrijven of toch wel, zoals je bent liefste!
Weet je het nu Nanneke? Hoe zou ik je anders kunnen wensen dan je bent? Orakeltaal, of nee, jij voelt het allemaal heel goed. Ben ik in een verliefde bui, nee hoor, ik heb je altijd zo lief maar de ene keer kan ik er iets over schrijven en de andere keer niet.
H. en ik hebben de bedden naast elkaar staan, we kijken op een witte muur met twee foto’s. De ene echt waar zóóó lief, dat ben jij, mijn alles. De andere is van H. een engel van een vrouw, een in kleuren opgepolitoerde beeldschone filmster in badpak. Wat een verschil hè, wat een geluk en wat een armoe.
Wat doe je nu, heb je het druk schat? Ben jij ook gelukkig? Hoe is het met onze lytse bern? Geef ze een zachte koes en een dikke tút fan heit.
Jankende katten
Twee uur ’s nachts, een akelig gejank van twee katten in de eetzaal. De wacht trekt zich er niets van aan maar het maakt mij hellig. Ik er op blote voeten op uit, ik pak de papierbak met alle rommel er nog in en sluip naar de eetzaal en zwaai met een daverende klap de bak naar binnen. De poezen staken hun liefdeszang en snorren langs mijn benen. De halve batterij is wakker en de wacht komt aan hollen. Ik geef hem meteen op z’n donder dat hij die beesten zoet moet houden.
Patrouille, tida appa-appa, alles in orde
Kwart over vier, Wachtmeester Bruinsma het is tijd. Een onverstaanbaar gebrom. Het is koud, vlug de kop even afrossen en aankleden. Een paar glazen warme thee en een snee brood, we zitten allemaal te huiveren. Klokslag vijf uur persen we ons, zestien man, in een aanhangwagentje. Het gaat net. Voorzichtig rijden we de heldere koude nacht in, gelukkig nog een klein schijfje maan. Het oude, afgejakkerde maar dapper karretje trekt ons langs het smalle, bochtige, vol gaten zittende kampong pad, heuvel op en heuvel af.
Hier en daar extra voorzichtig wanneer het pad scheefligt. Het wagentje staat smal en hoog op de wielen. Als het kantelt met mannen en wapens stijf op elkaar gepakt, krijgen we brokken, vooral wanneer het langs een ravijn gebeurt. Na een half uurtje schommelen zijn we er. We trekken onze extra warme jasjes en truien uit en geven die aan de chauffeur mee, die met drie man bewaking terugrijdt en nog een uurtje in zijn nest kan duiken.
Ik stel de patrouille op. Twee verkenners voorop, daar achter nog twee man, dan saja als vijfde man en de brengroep en de rest achter mij aan.
De kampongs slapen, de rondas (kampongwachten) zitten gehurkt om een vuurtje en roken hun eeuwige strootjes. De meeste kampongs zijn omgeven door een hoog, scherppuntig bamboe hek wat om het hele kampongcomplex heen loopt met hier en daar een uitgangspaadje met een hek dat krakend opengaat.
Een enkele jankende hond, verder blijft het stil. Zo nu en dan is het strompelen over dikke keien, hier en daar is het pad door de regen uitgesleten of weggespoeld. Toch schieten we vlug op, we lopen zo hard mogelijk om voor de zonnewarmte een flink eind op stap te zijn. Gesproken wordt er niet, doorlopen maar en uitkijken. Tegen het opkomen van de zon hebben we er 1/3 opzitten. We houden rust en bestellen klapperwater.
We vragen even naar de welstand, tida appa-appa, alles in orde en na een echte soldatensigaret een tabé maar weer verder heuvel op en heuvel af. Hier en daar door kleine kali’s waar we een paar natte voeten ophalen. Het is een schitterende ochtend, het loopt lekker, als ik maar niet zo’n last had van een spijker in mijn schoen. Enfin, ik leen straks wel even een hamer in de volgende kampong.
Bij de tweede rust brengt de Loera warme thee en kleverige zoete koekjes. Ook hier niets bijzonders en verder maar weer. Het wordt steeds warmer en we zweten steeds meer. Overal is het rustig, de vroege ochtendzon steekt alles in een gouden glans. Nog een uur tippelen, het zwaarste stuk moeten we nog nemen. Eerst afzakken naar een diep dal en aan de overkant van de kali weer tegen de berg op. We halen het in een keer, zuchten een paar keer diep om weer op adem te komen en duwen door.
We lopen alweer in de theetuinen, mooie effen paadjes en trapjes voor de steile hellingen. Drie kwartier te vroeg op de plaats van bestemming waar de wagen ons af komt halen. Om 9.30 uur weer binnen, mandiën, koffiedrinken, patrouillerapport schrijven: geen bijzonderheden. Hoe lang nog?
Het kamp was op een paar man leeg toen wij terugkwamen. In Legaleheran had een stelletje rampokkers van plus minus acht man een overval op de pasar gedaan. Een beetje links en rechts geschoten en een stel sarongs meegepikt. Alle hens aan dek en erachteraan maar ze kwamen zonder resultaat weer binnen. Of de andere patrouilles wel succes hadden is nog niet bekend. Meestal hoor je er niets meer over net zoals die planter op de laagvlakte en de zuiveringsactie bij Tjikampeh.
Onze tijd in Kasomálang zit er bijna op
Wij hebben onze tijd in Kasomálang gehad Nan. Dertig man van de D-batterij nemen een Infanteriepost over voor tien dagen. Die post ligt aan de weg van Wanejasi (C-batterij) naar Bandoeng. Na die tien dagen gaat de hele D-batterij naar Tjikaremas, waar nu 41-RVA ligt. De C-batterij komt hier op Kasomálang en de posten worden overgenomen door de Veiligheidsbataljons.
Laatste maanden naar Tjikaremas, Spierpeloton mee
Ik ga volgende week met een man of vier al naar Tjikaremas. Zolang die 30 man op de Infanteriepost zitten krijg ik een Spierpeloton mee. Ik speel tien dagen commandant en heb niks anders te doen dan ervoor te zorgen dat Hare Majesteits Ongeregelde Troepen de boel niet afbreken of allerlei hokjes timmeren waar ze met hun vrouwen en kroost in kruipen.
Daar zullen wij de laatste maanden doorbrengen.
Wanneer er in ons vak aflossingstroepen komen is nog niet bekend. Het C-batterij gebied wordt dus het eerst overgenomen en de nieuwen werken meteen zelfstandig. Wij blijven voorlopig nog doorschuiven met patrouillelopen. Aan de ene kant pech Nan maar aan de andere kant merken we nu dat er daadwerkelijk aan onze aflossing wordt gewerkt.
De C-batterij heeft het laatste jaar de beroerdste ligging gehad dus huizen wij nu maar eens in kampong huizen. Dat is billijk.
Tjikaremas ziet er trouwens keurig onderhouden uit.
Het rotste gebied, rond Wanejasi, zijn wij over een paar weken kwijt.
Juli schepen wij niet meer in. Aug en sept in Tjikaremas, begin oktober naar Batavia en eind oktober aan boord! Zou het uitkomen Nan?
Nieuws is er niet. Het belooft wat met de nieuwe Repoeblik. Het zou mij niets verbazen wanneer Djogja op korte termijn weer bezet moet worden. Het maakt je soms zo moedeloos, alles lijkt zo nutteloos. Wij kunnen ons er beter tegen verzetten omdat we steeds dichter bij de bevrijding komen.
Grote kist voor de terugreis
Mijn grote kist is gekomen. De timmerman heeft hem precies zo gemaakt zoals ik het opgegeven had. De jongens vroegen wat daar allemaal in moest. Een baboe fluisterde ik, niet verder vertellen.
Ik haal, als ik geluk heb, mijn bureautje uit elkaar en die gaat erin. Heb m’n Indische wapenverzameling opgekalefaterd, ik heb nu vier verschillende slag- en steekwapens. Dat is ook genoeg hè?
Dromen en fantaseren over dagelijkse dingen thuis, het oude huis van je ouders
Daar ben ik weer, het is even rustig, de anderen zijn naar het voetballen. Hoe is het met myn leafste en ús lytse skotten? Zit je in de kerk of ben je aan het kokkerellen?
Ik was weer aan het fantaseren dat ik thuiskwam. Ik zie mij dan bijna altijd in thuis 2 thuiskomen. Dat komt denk ik omdat wij erover geschreven hebben. En ik moet in een vertrouwde omgeving denken, Beppes kleine huisje krijg ik niet zo goed voor de geest en thuis 2 was natuurlijk vroeger mijn thuis. Niet dat ik daar persé naar toe wil, alleen in uiterste nood, dat weet je.
Het oude huis van je ouders, waar wij in het smoeke (gezellige) woonkamertje het zo goed hadden, wat hadden wij daar een mooie verlovingstijd. Wat een heerlijke tijd was dat schat! Ook moeilijke herinneringen Nanke, een van onze kleine schatten hebben wij daar weer aan god af moeten staan.
Waar wij ook terecht komen, het oude huis blijft een dierbare plek voor ons.
Las een stukje in het tijdschrift De open deur in de rubriek vrouw tot vrouw’ waar ik onder zet van man tot man. Het gaat over opruimen. Ik ben het met de schrijfster eens en jij ook! In de eerste plaats komt het op de liefde aan en dan pas ruimen we de rommel op.
Ik ben een sloddervos, laat alles achter mij aanslingeren. Dat moet ik straks afleren hè?
Ik stuur je ook een verhandeling over De macht der schaduwbesturen.[verhandeling niet gevonden]
Als het je interesseert lees dan eerst het fatale Artikel 7. waar de Repoeblik munt uit slaat en hoe ze dat doen. De TNI-troepen die overal zijn achtergebleven stellen hier en daar ondergravende besturen in die ze met terreur handhaven.
Lees zelf maar schat, ik wil er geen woorden aan verknoeien. Ds. v/d Berg schreef ook over de politieke verhoudingen maar ik ben het helemaal niet met hem eens. Hij leeft nog op de goede hoop van rechtvaardigheid, democratie enz. Ik dacht dat hij Indië beter kende. Stop.
Heb nog vijf brieven van jou, het meeste heb ik beantwoord.
Verhuizing naar Tjikaremas
Het was een drukke dag, verhuisrotzooi tot en met. 41-RVA sleepte alles mee wat los en vast zat. Voordat ze vertrokken heb ik de spullen die ik moest overnemen gecontroleerd en toen pas de overdrachtspaperassen getekend. Ik weet hoe het bij onze verhuizingen gaat, alles meestunten wat je kunt gebruiken want op de volgende post is ook niks. Enfin, alles klopte in werkelijkheid en op papier.
Een man of tien uit de kampong gehaald en alle huizen uitgemest. De eersten van de nieuwe bezetting waren al aangekomen. Spiertroepen wildwest met vrouwen, kinderen, kippen, duiven, zangvogeltjes en aapjes. De Overste kwam ook nog een kijkje nemen maar verdween ook meteen weer.
Om een uur of tien kwamen de laatste Spiermensen en was de post weer bezet.
Wij van de D-batterij zijn met vijf man en het Spierpeleton is 25 man sterk met een Nederlandse chauffeur. Ze hadden geen keukenmateriaal meegenomen en ik had maar voor vijf man spullen mee, dus hoe krijgen we de pot klaar? Ik heb wat spullen in de kampong geleend, het zal wel gaan. Het eten was niet veel bijzonders maar we hadden honger en dan smaken rauwe bonen.
Heb me op mijn kamertje, alleen, zo goed mogelijk geïnstalleerd. Samen met de radioseiner de verlichting weer in orde gebracht. We hebben hier een benzine aggregaat en die werkt goed zodat we behoorlijke binnen- en buitenverlichting hebben.
Ik heb een plattegrond van het kamp getekend, de stellingen aangetekend en een alarmregeling gemaakt. Morgen een proefalarm houden en eens kijken of het werkt en alle stellingen bezet zijn. Ik heb hier ook een kanon en munitie. De Spiertroepen zijn goed bewapend en het kamp heeft een goede de ligging en is behoorlijk beveiligd met prikkeldraad en stellingen. Het kan een stootje opvangen hoor.
Het gebied is vrij rustig behalve de grens van het Infanterie gebied bij Soemadang heeft last van rampokkers die de grens over wippen en hun slag slaan. Het Spierpeleton loopt zelfstandig patrouilles en ik hoef nergens anders voor te zorgen dan voor de algemene goede gang van zaken.
Of we hier tien dagen blijven is de vraag, het verandert vaak per dag. Het lijkt me hier niet gek nu alles een beetje op orde is. Wij bewonen met z’n vijven een huis, saja Wachtmeester B. postcommandant, een verbindingsman die voor de radio- en telefoonverbinding zorgt, twee chauffeurs, eentje voor algemene ritten en eentje voor de waterwagen om water te halen in Kasomálang en een hospik.
Ga nog even een rondje lopen en de wacht controleren en dan slapen.
Nanki jij hebt een huis voor ons, waar moet de bus stoppen?
Nanki vier heerlijke brieven, alles was goed mei myn skotten, ik ben er weer zo gelukkig blij mee.
Oe skot, je hebt een huisje voor ons hè? Jank, wat vind ik dat fijn, kom ik dan echt thús by dy? (Kom ik dan echt thuis bij jou?) Kom even, een innige koes en tút!
Even vanaf het begin. Gelukkig heb je mijn antwoord niet afgewacht want toen ik je eerste brief las dacht ik meteen oh nee dat gaat niet door. Maar nu je het huisje toch gehuurd hebt ben ik er zo blij mee schat, hoe het straks ook loopt, wij hebben een eigen huis!
Ik vind het fijn dat je het doorgezet hebt en dat je het aandurft zonder op mijn antwoord te wachten, akkoord Wiefke!!!
Dat je zo schrok toen Nauta voor de eerste keer kwam en jij niets van zijn verhaal hoorde omdat je dacht dat er iets met mij aan de hand was! Ik wit it wol! Alles is bêst mei dyn man!!
Wij zijn eigen baas! Fijn dat Nauta het wat opknapt. Je hebt er zin in en ziet er ook een beetje tegenop. Ik voel wat er allemaal in je omgaat. Ik weet ook hoe moeilijk dit besluit voor je was en daarom vind ik het ook zo fijn dat je het toch gedaan hebt.
Je ziet er tegenop om alleen met onze kinderen te wonen, alleen in een vreemde omgeving, ’s avonds en ’s nachts als er iets is. Ik ben daar ook dicht bij je hoor. Ik denk dat je, wanneer je eenmaal geïnstalleerd bent en even gewend bent met je eigen spullen, je eigen baas te zijn ook over de hummels en het heerlijke vooruitzicht van straks samen!!!, dat je het dan toch fijn vindt. We zijn dan alweer een maand verder en dichter bij ‘thuis’.
Fijn dat meester een plattegrond voor je tekende, nu heb ik een goed idee. Het valt me niet tegen. Het staat vrij en volgens jou op de zon, wat heel wat waard is. Het is niet groot maar voor ons vieren gaat het best. Het keukentje lijkt mij niet praktisch of valt het mee? Het slaapkamertje is te klein om met z’n vieren te slapen maar daar vinden we straks wel wat op. Kun jij er nu slapen met onze hummels? Als we er straks langer dan een paar maanden blijven wonen kunnen we er misschien een paar veranderingen in aanbrengen. Er zijn ook nog twee bedsteden.
De woonkamer kan gezellig worden. Hoe ik het ingericht zou willen hebben? Zoals jij! Meiske, luister even, je richt ons huisje zo in zoals jij het graag wil hebben, ook akkoord lieverd?
We kunnen later nog veranderingen aanbrengen.
Ik weet niet eens waar het precies staat, waar moet de bus stoppen? Ik moet het zelf kunnen vinden hoor. Oe, jij doet de deur open en ik rol in je armen. Ja meiske, zo heerlijk is het in werkelijkheid.
Mevrouw Bruinsma in Ternaard!
Hoe is het nu? Ik ben zo blij met alles van jullie, weer twee brieven onverwacht, wat een fijne verrassing!
Wanneer ga je verhuizen? Krijg je het voor elkaar? Het wordt vast gezellig. Wat verlang ik daarnaar, met jou en de kinderen in ons eigen huis!
Geef je me gauw je nieuwe adres door? Mevrouw Bruinsma in Ternaard!
Hoe bestaat het hè? Duizenden hebben geen onderdak en wonen in bunkers en in hokken en wij hebben een echt huis. Ik heb ervoor gedankt. Nooit gedacht hè?
Ben je bang dat ik ons huisje niet goed genoeg vind? Toe Jank, kom even hier kijken in de bamboe woning hier. Kun je Pim en Zuske voorlopig niet bij je in de slaapkamer houden? Ze kunnen ook best in de bedsteden hoor.
Of ik het goedvind dat je het gedaan hebt? Ik heb er geen woorden voor, schitterend, voel je het wel?
Met een elektrische kachel en kookplaat verstook je geen brandstof
Ja je moet een kachel hebben en een kookgelegenheid. Kun je aan een elektrische kookplaat en kachel komen en kunnen ze je snel aan een elektriciteitsaansluiting helpen? Blaas ik te hoog van de toren? Of een kachel die voor alle brandstof geschikt is en waar je ook op kunt koken.
Elektrisch heeft als voordeel dat je geen brandstof verbruikt, en de kolen zijn nog schaars? Als je het uit kunt knikkeren neem je meteen elektrisch.
Ik weet wel dat het duur is maar ik heb straks nog wat tegoed en jij krijgt het fotogeld en ik kan volgende maand nog f 100,- missen.
Het is hier best, het bevalt ons uitstekend met z’n vijven. Ik vertel later meer, ik zit nu vol over ons huis.
Je hebt vloerbedekking en gordijnen nodig en lampen.
Wat neem je mee, het dressoir of het theemeubel? Zie blog 64. O ja er zit nog geen glas in het theemeubel. Ik wil dat het liefst zo snel mogelijk bestellen. Ik had er al eerder glas voor maar toen waren de schuifglaasjes verkeerd geslepen.
Zijn er stopcontacten Nan? Natuurlijk neem je meteen onze radio mee en die laat je aansluiten met antenne en aardleiding. Nu kun je de stofzuiger ook mooi gebruiken. Zorg ervoor dat je overal kunt komen hoor, anders laat je extra stopcontacten aanleggen.
Oe ik zie je al in ons hutje, wat heerlijk!! Ja hoe bestaat het, nog eens, wij zomaar een huis wat je je eigen huis kunt noemen waar we echt samen kunnen wonen!!
Heb je een waterpomp in het keukentje of moet je alles putten? Ik zat al te prakkiseren om de hals van de regenwaterbak te halen, onder de vloer door, afdekken met een los luik om de bak af en toe schoon te kunnen maken. Dan en echte keuken maken met keukenkastjes. Toekomstmuziek hè?
Het begin is er, later zien we verder. Als wij er toch langer blijven wonen verf ik zelf de kamer.
Toch kan ik misschien met kleine veranderingen je meer gemak geven. Ik zie ook mogelijkheden om van de gang een slaapkamertje voor onze hummels te maken. Dwaas hè?
Je richt het huis zo in zoals jij het hebben wilt en koopt wat je nodig hebt. Ik geloof zo dat het je meevalt. Wat vinden onze kinderen ervan? Ik denk wel dat ze snel wennen. Welke schilderijen hang je op? Bij thuis 2 hangt er ook nog een van ons, de waterlelies. Heb je wasgelegenheid, ruimte voor brandstof? Allemaal vragen. Heerlijk samen met jou hierover praten. Stuur me een kiekje zodra je kan.
Gevangenen afgedroogd, ik was allang dood geweest
Heerlijk weer, het is hier een broeikastje hoor hoewel we nog 100 m hoger zitten dan in Kasomálang. Hier is alles rustig, net een vakantieoord. We gaan zo naar de kerk, Ds. Jense preekt in Legalaherang, dat is ongeveer 1,5 uur rijden, 40 km hier vandaan. Wat een eind hè en ook nog hele slechte wegen.
Met het Spierpeleton gaat het ook best. Ze hebben al twee patrouilles gelopen. De eerste keer kwamen ze met vier gevangenen binnen. Het waren leden van de Daroe Islam (DI).
In het algemeen fanatieke Islamieten die geen pardon kennen voor alles wat niet bij hun geloof en partij hoort.
Goeiendag wat werden die kerels hier afgedroogd, ik was allang dood geweest. Ik stuur ze zo vlug mogelijk naar Soebang, anders worden ze hier nog afgemaakt en daar voel ik weinig voor. Twee of drie dagen mogen ze voor onderzoek hier blijven, dan loslaten of doorsturen. Ik wil niet het risico lopen voor een of andere terreurboef die hier naar de andere wereld geholpen wordt een half jaar na te dienen of straf op te knappen. Wat een verhaal. Ik houd erover op en ik ga naar de kerk.
Vakantiepark met evacuees, bijna elke dag branden
Nog even over hier. Ik ben wel postcommandant maar ik bemoei me nauwelijks met het Spierpeleton. Hun commandant is sergeant A, hij moet zich er wel mee kunnen redden. Heb net met hem gesproken maar dat gaat moeizaam, hij verstaat geen Nederlands en ik nog steeds te weinig Maleis. Als het zo doorgaat loopt het best. Sergeant A. zorgt voor de patrouilles en de nachtwacht en ik voor het geheel.
Ik houd de regels van Kasomálang aan, ik ben de baas maar laat het niet meer dan nodig, zo weinig mogelijk, merken.
De jongens vinden het hier prachtig, geen patrouillelopen en geen wacht, vakantie! Ik kan ze rustig hun gang laten gaan, ze doen op eigen initiatief hun werk en dat is beter dan dat de baas zich er om de haverklap mee bemoeit. Ze hebben hier ook alweer een pluimbal veldje voor elkaar gebokst. (Badminton). Er zit nog genoeg fut in.
De waterwagen is nu ook klaar dus geen gebrek aan water meer zoals in de eerste dagen. Nog wat kookpotten los kunnen krijgen.
Met twintig man uit de kampong de ergste troep hier wat opgeruimd. Er is hier veel te doen om de boel op te knappen maar ik wacht tot ik zeker weet of wij hier langer blijven en of de hele D-batterij hier komt, anders is het de moeite niet. Het ziet er nu weer toonbaar uit.
Voor het eerst een eigen post met 30 man, het ligt me wel. Ze hadden het een jaar eerder moeten doen dan had ik er misschien een streepje bij gekregen.
De laatste weken zijn hier veel mensen uit het Loemandangse gekomen, ze evacueren uit vrees voor de Daroe Islam. Bijna elke dag nemen wij branden waar en soms horen wij in de verte schieten. De omliggende kampongs zitten vol met evacuees.
Er was hier een bespreking tussen Luitenant M. en de Wedana waar al die mensen te bergen. Ik heb nog niet gehoord wat de plannen zijn.
De bevolking is hier goed, op onze hand, net zoals in Kasomálang.
De laatste juli dag en nog vier dagen te gaan en mijn schat wordt 25 jaar!! Jong!!