Tijdens de signeersessie van Keerkring, op 17 maart tijdens de boekenweek, had ik een uitstalling van spullen die met mijn volgende boek te maken hebben: Taboe in het theemeubel. Foto’s in een fotoboek en los in een blik, gekarteld zwartwit. Kanonnen, mensen, politionele acties in Indonesië, zeg maar een guerilla-oorlog. Een stapel brieven die mijn vader schreef op het troepentransportschip de Tegelberg, een omgebouwd vrachtschip, een foto van het schip. Onderweg naar Indonesië, vlak na de oorlog, ‘om te dienen ons land en ons volk’. Het dunne rijstpapier, het oude schuine handschrift, een loep. De foto met de indringende blik, ik was er zelf ook van onder de indruk. Hij schreef naar mijn moeder en hun baby, mijn oudste broer, die thuisbleven en elke dag werd de afstand tussen hen groter. De briefwisseling, waar dit stapeltje een fractie van is, hield hen dicht bij elkaar.
In de blog Taboe in het theemeubel wil ik de vorderingen van dit boek in wording bijhouden. Ik heb altijd gedacht dat ik iets met deze brieven zou gaan doen. Twee jaar geleden was het zo ver en begon ik met het sorteren van de vele brieven van mijn ouders uit die tijd. Brieven die in bamboe mandjes, 60 jaar minstens, achter slot en grendel zaten. Links onderin het theemeubel, dat mijn vader tijdens hun verlovingstijd voor mijn moeder maakte. Een taboe, verzwegen geschiedenis, dat al die jaren alleen maar meer intrigeerde. Een briefwisseling over een periode van meer dan drie jaar.
Maar toen ik bezig was met hun verhaal, merkte ik dat ik toch eerst mijn eigen verhaal het licht moest laten zien. Keerkring of rondwaren in tijd, al lang klaar en in een la, moest eerst de deur uit. Dat is nu gebeurd. En los van promotieactiviteiten kan ik nu verder met Taboe in het theemeubel.