Blog 27: Bestaat toeval? Antwoord uit het hiernamaals

February 18, 2013 Hilma Bruinsma No comments exist

Erg veel woorden, licht en lampen

De eerste de beste brief die ik lees nadat ik blog 26 plaatste, geeft meteen antwoord op de vraag of ik door moet gaan met Taboe in het theemeubel. Het is zo’n geval van als je het uitspreekt of erger, uitschrijft, lijkt het vergezocht, voor zeker toeval. Zolang je het voor je houdt weet je het zeker, het kan geen toeval zijn. Toch waag ik een poging, het is te toevallig, op meerdere fronten, dat het gewoonweg geen toeval kan zijn.

‘Laat uw licht schijnen opdat uw goede werken gezien mogen worden en god verheerlijkt.’ Deze uitspraak haalt mijn vader in zijn brief aan, de preek van die ochtend is erop gebaseerd. ‘Vanmorgen weer naar kerk geweest en een goede preek gehad.’

De tekst, in een andere vertaling, maakt onderdeel uit van Matteüs 5:13-16. Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout zijn kracht verliest, waarmede zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer toe dan om weggeworpen en door de mensen vertreden te worden. Gij zijt het licht der wereld. Een stad, die op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Ook steekt men geen lamp aan en zet haar onder de korenmaat, maar op de standaard, en zij schijnt voor allen, die in het huis zijn. Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken.

Ik zocht het op in mijn bijbel die ik bij het verlaten van de zondagsschool meekreeg. Daar staan verwijzingen bij de tekst naar andere apostelen die dezelfde uitspraak beschrijven en natuurlijk zijn er dan verschillende belichtingen, verschillende interpretaties.

Lucas 11:33, Statenvertaling. En niemand, die een kaars ontsteekt, zet die in het verborgen, noch onder een koornmaat, maar op een kandelaar, opdat degenen, die inkomen, het licht zien mogen. De kaars des lichaams is het oog: wanneer dan uw oog eenvoudig is, zo is ook uw gehele lichaam verlicht; maar zo het boos is, zo is ook uw gehele lichaam duister. Zie dan toe, dat niet het licht, hetwelk in u is, duisternis zij. Indien dan uw lichaam geheel verlicht is, niet hebbende enig deel, dat duister is, zo zal het geheel verlicht zijn, gelijk wanneer de kaars met het schijnsel u verlicht.

Voorin de kleine bijbel die ik van de zondagsschool kreeg staat het citaat Psalm 119:105. Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.

Erg veel woorden, licht en lampen. Als het ‘goddelijke’ geduid moet worden, plaats ik het in de mens zelf, als een vorm van verlichting. Dat zie ik dan in de tekst van Lucas terug.

Woorden kunnen naar mijn ervaring, als lezer, verlichting brengen in de zin van inzicht. Door inzicht zijn de dingen (meestal) lichter. Licht en lichter zijn, als je erbij bent, als het vonkt, straalt het licht uit je ogen. Volgens Lucas moet je zelf zorgen dat je je licht aan houdt.

In Keerkring of rondwaren in tijd heb ik het zowel over de Psalm voorin mijn bijbel gehad als over het licht onder de korenmaat. Dat die Psalm nu terugkomt is wel logisch, ik nam het bijbeltje erbij om de tekst van de preek van mijn vader op te zoeken en zag zo Psalm weer staan.

Dat de tekst van de preek over het licht en de korenmaat zou gaan, dat vind ik toevallig. In Keerkring beschreef ik daar mijn misverstand over.

Uit Keerkring of rondwaren in tijd over de Psalm

‘In de bijbel die ik kreeg bij het verlaten van de zondagsschool staat voorin: Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.

En dat is niet waar. Vele woorden van diverse aard en uit verscheidene bronnen zijn lampen gebleken.’

Woorden uit de bijbel waren dat zelden. Gewoon omdat ze geen raakvlak hadden, én uit een soort oudkoppige ontkenning dat er een betekenis zou kunnen zijn, een agnost waardig.

‘Ik heb altijd veel gelezen, vanaf het moment dat ik het kon. Mij zijn vele elementen van verhalen eigen geworden. Of ik ze later in boeken las of zelf dacht of als kind gehoord heb, opschreef, opzoog, bezonken puzzelstukjes elementaire essentie.’

Uit Keerkring of rondwaren in tijd over de lamp en de korenmaat:

‘Het licht onder de korenmat houden, zo herinner ik het mij, een mat, een armoedig matje van stro. Zoals ik mij het verhaal herinner waren er tien meiden die op iemand wachtten. Het werd laat en zij legden zich op een matje om te rusten. De vijf dwazen staken daarbij hun lampje aan voor de gezelligheid en de vijf wijzen deden dat niet. Later hoorde ik dat het om een korenmaat zou gaan, wat maakt het uit, je olielampje is onder beide varianten even gevaarlijk ontvlambaar. Het ging erom je licht te bewaren, het beste wat je had te bewaren, voor de intocht van Jezus en dan pas je licht te voorschijn halen. Vijf maagden hadden hun licht verbrast en vijf maagden hadden het bewaard, dat waren de goeierikken.

Later las ik in de Van Dale dat ‘zijn licht onder de korenmaat zetten’ (Matth. 5:15) juist betekent ‘zijn weten of vermogens voor zichzelf houden, anderen niet voorlichten of helpen.’ Kwalijke zaak, iets waar ik een erge hekel aan heb. En ik zocht het op. ‘Ook steekt men geen lamp aan en zet haar onder de korenmaat, etc. De korenmat gaat helemaal niet over die tien meiden. Dat blijkt bij nader uitzoeken de vergelijking van ‘De wijze en de dwaze maagden’ (Matth. 25:1-13) te zijn.

En de vijf dwazen hadden helemaal geen olie meegenomen voor hun lampen en vroegen of zij wat van de vijf wijzen konden krijgen, die dit weigerden, creepyfreaky vrekken en dan toch als de goeierikken worden neergezet. Want zij hebben hun licht bewaard en mogen naar ‘het feest’ en de anderen niet, die worden niet gekend en buitengesteld. Wie houdt nu wat voor zichzelf?

Wat een raar verhaal. Het klopt niet, het sparen voor een ander, voor god, dat klopt er niet aan. Je moet die lamp voor jezelf gebruiken, om jezelf bij te lichten als het nodig is en als je sterk bent kun je af en toe een ander bijlichten misschien, jezelf al sparend opofferen is jezelf opbranden in plaats van je lamp voor wie dan ook te laten branden.

Wat een buitengewoon vreemde verhaspeling in mijn geheugen, of een brokkenpiloot van een verteller. Wat een onzin, wachten tot het begint, alles bewaren voor het feest dat ooit nog komt, ik bewaarde mijn licht tot het bijna uitging. Waarom juist zoiets dodelijks zo scheef bleef hangen weet ik niet. Als je je lampje gespaard hebt als één van de vijf uitsloverige spaartrutten, zoals je dacht dat de vijf goeie maagden deden en daar niet eens bij wilde horen en ook jaloers keek naar degenen die verbrasten, de lichtzinnigen, is het dan nu eindelijk tijd om met groot licht de brede weg op te racen, go babe en kijk niet om naar de achterblijvers.’

 

Nu pas snap ik waar het over gaat

En nu pas snap ik voor het eerst waar het in Matteüs 5 eigenlijk over gaat. Of waar de combinatie van lampen, licht en woorden, er raak op los interpreterend, mij nu, op dit moment in de tijd, brengt.

Je moet je werk laten zien, er je licht op laten schijnen, dan kan het zelfs voor anderen van nut zijn. Mijn werk, dit letterlijke werk van Taboe, bestaat uit woorden, mijn vaders woorden.

Het is alsof mijn vader postuum, door die tekst in zijn brief weer te geven, mij aanmoedigt om zijn woorden, zijn brieven, zonder schroom te gebruiken. Dat het zelfs kan leiden tot licht in de duisternis, licht in huizen, lichamen en op paden.

Dat het spitten en de confrontatie aangaan, de noodzakelijke wendingen in denken en gevoelens over vroeger, het opnieuw aanpassen van verouderde oordelen over de man mijn vader, ergens toe leidt. Dat het erover vertellen, ergens toe leidt. Dat ik mijn vader met letters bevrijd, zoals ik ooit droomde. Dat daardoor beweging komt in verroeste dingen, de smaak van zout, licht en leven terugkeren.

Raar maar waar, heb ik hier liever dan puur toeval in aaneenschakeling van letters, ook al hussel ik ze zelf in een zeker verband.

Mijn vader: ‘Laat uw licht schijnen opdat uw goede werken gezien mogen worden en god verheerlijkt. Daar komt bitter weinig van terecht, mijn leven is geen lichtend voorbeeld, ik ben geen stad op de berg.’

Maar door de aanmoediging zijn brieven te gebruiken, wordt hij dat uiteindelijk misschien wel.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *