De aantekeningen van de acht telefoongesprekken liggen voor me. Het zijn er zeven. Dan tel ik de reacties per e-mail mee en hou het op de club van acht.
De eerste die belde was W. uit H in het oosten des lands. Hij herkent mijn vader van de foto. Kent hem van de Tegelberg. Weer die boot. Ik herinner me dat hij vertelde dat ze samen schaakten maar vind het niet terug in de aantekeningen. Hij vond mijn vader een aardige man. Zelf zat hij bij de staf en heeft niet met mijn vader gediend.
Hij was de eerste die me op de reünie wees en hoe ik in contact kon komen. 15 April 2010 ben ik er, samen met mijn zus, geweest. Of hij zelf zou komen wist hij nog niet, hing van vervoer af. Hij was er wel. Uiteindelijk heb ik hem niet meer gesproken tijdens de reünie. Toen ik met mijn zus vertrok, zag ik hem verderop staan bij de jassen. Tussen allerlei gesprekken door aangewezen en kort kennis gemaakt en tegen het eind was ik niet tot niet veel meer dan dat, toegekomen. Op dat moment liet ik het, nam nog even afscheid en heb regelmatig aan dat moment teruggedacht. Nu ik de brieven tot en met de Tegelberg las weet ik beter wat ik hem wil vragen. Ik zie dat ik geen telefoonnummer noteerde. Kan op de lijst, achterhalen of ik hem kan bereiken en dan contact opnemen.
De tweede is B. uit R Hij was chauffeur op een pantserwagen van de D-batterij en diende met mijn vader. Waar zij zaten was het rustig maar toch sneuvelden er twee.
Tien jaar jonger dan mijn vader, zoals de meesten. Hij vond mijn vader een aardige, veelzijdige man. Hij vertelt dat ze op wilde bargen (varkens) jaagden, lekker maar je auto stonk een uur in de wind en voordat je al het bloed er weer uitgeschrobd had. Dat laatste vertelde hij tijdens de reünie. Mijn vader deed allerlei klussen, schilderde de behuizing maar ook emblemen op de voertuigen. Daarom noemden ze hem Heer Hupkes.
P.J. vult, wanneer ik er hem weer zie en er naar vraag, aan. Ingenieur Hupkes was later directeur van de spoorwegen, Deze man werd erbij gehaald wanneer er iets opgelost moest worden, wanneer er zich ergens een probleem voordeed bij de aanleg van de spoorwegen. Zo werd mijn vader overal erbij geroepen, aanleg van een waterleidingsysteem, bestrating, oprit, wat dan ook. Dan gaf hij raad of maakte het zelf, het was een eretitel.
Wat een parel, wat ben ik blij dat ik hier mee bezig ben, gegevens die anders immers verborgen zouden blijven. Heel apart om dit na twee jaar, bijna als nieuw weer te ervaren.
Zoveel steviger, nu Keerkring uit is, kan ik hiermee verder. Ik realiseer me dat ik kostbare tijd heb gebruikt maar welbesteed. Alle gegevens die er al zijn, alle indrukken, de zekerheid van de waarde, de reacties die er komen en geweest zijn, sterken het geheel en ik ervaar het als een proces dat groter is dan alleen ‘ons’ verhaal, wat al groot genoeg is, maar het is meer. Betere woorden heb ik er niet voor. Dat is wat twee jaar ‘rust’ oplevert. De fijne zekerheid dit door te zetten in welke vorm dan ook.